Boek 3 Artikel 69 (3:69 BW)
Bekrachtiging volmacht
- Wanneer iemand zonder daartoe bevoegd te zijn als gevolmachtigde in naam van een ander heeft gehandeld, kan laatstgenoemde de rechtshandeling bekrachtigen en haar daardoor hetzelfde gevolg verschaffen, als zou zijn ingetreden wanneer zij krachtens een volmacht was verricht.
- Is voor het verlenen van een volmacht tot de rechtshandeling een bepaalde vorm vereist, dan geldt voor de bekrachtiging hetzelfde vereiste.
- Een bekrachtiging heeft geen gevolg, indien op het tijdstip waarop zij geschiedt, de wederpartij reeds heeft te kennen gegeven dat zij de handeling wegens het ontbreken van een volmacht als ongeldig beschouwt, tenzij de wederpartij op het tijdstip dat zij handelde heeft begrepen of onder de gegeven omstandigheden redelijkerwijs heeft moeten begrijpen dat geen toereikende volmacht was verleend.
- Een onmiddellijk belanghebbende kan degene in wiens naam gehandeld is, een redelijke termijn voor de bekrachtiging stellen. Hij behoeft niet met een gedeeltelijke of voorwaardelijke bekrachtiging genoegen te nemen.
- Rechten door de volmachtgever vóór de bekrachtiging aan derden verleend, blijven gehandhaafd.
Toelichting
Een rechtshandeling die onbevoegd is verricht, kan worden bekrachtigd door degene die wel bevoegd is deze te verrichten. Zo kan ook een rechtshandeling die verricht is door een pseudo-gevolmachtigde bekrachtigd worden door de achterman. Indien de pseudo-gevolmachtigde niet bevoegd was deze bepaalde rechtshandeling te verrichten of helemaal geen volmacht verleend had gekregen, dan kan de achterman die uiteindelijk eventueel gebonden zou zijn aan de rechtshandeling deze bekrachtigen. Op die manier wordt de rechtshandeling toch geldig en krijgt deze toch het beoogde rechtsgevolg.
Bij bekrachtiging is het dus de pseudo-volmachtgever die beslist over de geldigheid van de rechtshandeling. Indien de rechtshandeling wordt bekrachtigd, is die geldig. Indien hij ervoor kiest dat niet te doen, blijft de rechtshandeling ongeldig.
De bekrachtiging heeft terugwerkende kracht. Dat betekent dat hetzelfde rechtsgevolg intreedt als wanneer de rechtshandeling wel via een geldige volmacht was verricht. De rechtshandeling wordt door de bekrachtiging dus vanaf het moment van verrichten als geldig beschouwd.
Positie wederpartij
Daarnaast staat de wederpartij niet helemaal met lege handen. Zo bestaan er verschillende beschermende wetsbepalingen die een derde partij in zo’n situatie kunnen helpen. De wederpartij kan bijvoorbeeld een beroep doen op de vertrouwensleer van artikel 3:61 BW. Echter kan de wederpartij er ook voor kiezen de rechtshandeling als ongeldig te beschouwen. De wederpartij kan, als er inderdaad een geldige volmacht ontbreekt, laten weten dat zij de rechtshandeling als ongeldig beschouwd. In zo’n geval blijft de rechtshandeling ook ongeldig en kan ook de pseudo-volmachtgever de rechtshandeling niet meer bekrachtigen.
Als de wederpartij tijdens het handelen echter begreep of behoorde te begrijpen dat er geen geldige volmacht was verleend, kan zij geen beroep doen op de ongeldigheid ervan. In zo’n geval kan de wederpartij zich niet terugtrekken en laten weten dat zij de rechtshandeling als ongeldig beschouwd. Als de pseudo-volmachtgever in zo’n geval de rechtshandeling bekrachtigd, is ook de wederpartij hieraan gebonden.