Boek 3 Artikel 321 (3:321 BW)
Gronden voor verlenging
- Een grond voor verlenging van de verjaring bestaat:
- tussen niet van tafel en bed gescheiden echtgenoten;
- tussen een wettelijke vertegenwoordiger en de onbekwame die hij vertegenwoordigt;
- tussen een bewindvoerder en de rechtshebbende voor wie hij het bewind voert, ter zake van vorderingen die dit bewind betreffen;
- tussen rechtspersonen en haar bestuurders;
- tussen een beneficiair aanvaarde nalatenschap en een erfgenaam;
- tussen de schuldeiser en zijn schuldenaar die opzettelijk het bestaan van de schuld of de opeisbaarheid daarvan verborgen houdt;
- tussen geregistreerde partners.
- De onder b en c genoemde gronden voor verlenging duren voort totdat de eindrekening van de wettelijke vertegenwoordiger of de bewindvoerder is gesloten.