Boek 3 Artikel 118 (3:118 BW)
Bezitter te goeder trouw
- Een bezitter is te goeder trouw, wanneer hij zich als rechthebbende beschouwt en zich ook redelijkerwijze als zodanig mocht beschouwen.
- Is een bezitter eenmaal te goeder trouw, dan wordt hij geacht dit te blijven.
- Goede trouw wordt vermoed aanwezig te zijn; het ontbreken van goede trouw moet worden bewezen.