• Boek 7 Artikel 850 (7:850 BW)

    Borgtocht

    1. Borgtocht is de overeenkomst waarbij de ene partij, de borg, zich tegenover de andere partij, de schuldeiser, verbindt tot nakoming van een verbintenis, die een derde, de hoofdschuldenaar, tegenover de schuldeiser heeft of zal krijgen.
    2. Voor de geldigheid van een borgtocht is niet vereist dat de hoofdschuldenaar deze kent.
    3. Op borgtocht zijn de bepalingen omtrent hoofdelijke verbintenissen van toepassing, voor zover daarvan in deze titel niet wordt afgeweken.

    Toelichting

    Borgtocht

    Een borgtocht is een overeenkomst waarbij de borg zich verplicht tot het nakomen van een schuld van een ander, namelijk de hoofdschuldenaar. De borg verstrekt slechts zekerheid. Borgtocht is geregeld in artikel 7:850 BW en de artikelen daarna.

    Voorbeeld van een borgtocht

    In de praktijk gaat het dan bijvoorbeeld om een bestuurder/aandeelhouder die zich borg stelt voor terugbetaling van een krediet dat door een bank verstrekt wordt aan een vennootschap. Wanneer de vennootschap de schuld niet kan terugbetalen, dan kan de bestuurder/aandeelhouder door de kredietverstrekker worden aangesproken.

    Borgtocht of hoofdelijkheid?

    In de praktijk ontstaat er nog al eens een discussie over de vraag of er sprake is van een overeenkomst van borgtocht of een ‘normale’ hoofdelijkheid. In algemene zin geldt dat er in dat geval gekeken moet worden naar de verhouding tussen de borg en schuldeiser. De borg verstrekt immers slechts zekerheid, maar is niet draagplichtig in relatie tot de schuldeiser. De bewoording die daarbij gehanteerd wordt (medeschuldenaar, hoofdelijkheid etc.) is niet doorslaggevend. Ook als iemand zich hoofdelijk verbindt, maar de schuldeiser weet dat de schuld hem zelf niet aangaat, dan moet de overeenkomst gekwalificeerd worden al een borgtocht.

    Jurisprudentie

    Rechtbank Leeuwarden, 26 september 2012, ECLI:NL:RBLEE:2012:BX9990.
    Vraag of gedaagde zich als hoofdelijk medeschuldenaar of als borg heeft verbonden.

    Rechtbank Utrecht, 12 september 2012, ECLI:NL:RBUTR:2012:BX7309
    Geldt de aangegane overeenkomst als een overeenkomst van borgtocht in de zin van de wet?