• Boek 7 Artikel 442 (7:442 BW)

    Klantenvergoeding

    1. Ongeacht het recht om schadevergoeding te vorderen, heeft de handelsagent bij het einde van de agentuurovereenkomst recht op een vergoeding, klantenvergoeding, voor zover:
      1. hij de principaal nieuwe klanten heeft aangebracht of de overeenkomsten met de bestaande klanten aanmerkelijk heeft uitgebreid en de overeenkomsten met deze klanten de principaal nog aanzienlijke voordelen opleveren, en
      2. de betaling van deze vergoeding billijk is, gelet op alle omstandigheden, in het bijzonder op de verloren provisie uit de overeenkomsten met deze klanten.
    2. Het bedrag van de vergoeding is niet hoger dan dat van de beloning van één jaar, berekend naar het gemiddelde van de laatste vijf jaren of, indien de overeenkomst korter heeft geduurd, naar het gemiddelde van de gehele duur daarvan.
    3. Het recht op vergoeding vervalt, indien de handelsagent de principaal niet uiterlijk een jaar na het einde van de overeenkomst heeft medegedeeld dat hij vergoeding verlangt.
    4. De vergoeding is niet verschuldigd, indien de overeenkomst is beëindigd:
      1. door de principaal onder omstandigheden die de handelsagent ingevolge artikel 439 lid 3 schadeplichtig maken;
      2. door de handelsagent, tenzij deze beëindiging wordt gerechtvaardigd door omstandigheden die de principaal kunnen worden toegerekend, of wordt gerechtvaardigd door leeftijd, invaliditeit of ziekte van de handelsagent, op grond waarvan redelijkerwijs niet meer van hem kan worden gevergd dat hij zijn werkzaamheden voortzet;
      3. door de handelsagent die, overeenkomstig een afspraak met de principaal, zijn rechten en verplichtingen uit hoofde van de agentuurovereenkomst aan een derde overdraagt.

    Toelichting

    Het recht op een klantvergoeding bij agentuur: artikel 7:442 BW

    Het Nederlandse Burgerlijk Wetboek (BW) bevat tal van bepalingen die de rechten en verplichtingen van partijen in verschillende contractuele situaties regelen. Een van deze bepalingen, Artikel 7: 442 BW, handelt over het recht op een klantvergoeding bij agentuur. Agentuur is een veelvoorkomende zakelijke overeenkomst waarbij een agent namens een principaal (meestal een producent of leverancier) optreedt om producten of diensten aan derden te verkopen. In dit artikel bespreken we wat Artikel 7: 442 BW inhoudt en hoe het recht op een klantvergoeding hierin is geregeld.

    1. Wat is artikel 7: 442 BW?

    Artikel 7: 442 BW is een belangrijke bepaling in het Nederlandse contractenrecht die specifiek betrekking heeft op agentuurovereenkomsten. Deze wet regelt de rechten en verplichtingen van zowel de agent als de principaal in een agentuurovereenkomst.

    Een agentuurovereenkomst is een overeenkomst waarbij de agent (de tussenpersoon) namens de principaal (de opdrachtgever) optreedt om producten of diensten te verkopen aan derden. De agent ontvangt doorgaans een provisie of commissie op basis van de verkooptransacties die hij of zij tot stand heeft gebracht.

    2. Het recht op een klantvergoeding

    Een van de belangrijkste aspecten van artikel 7: 442 BW is het recht op een klantvergoeding. Dit recht komt de agent toe wanneer de overeenkomst eindigt, maar de principaal nog steeds profiteert van de zakenrelaties die de agent heeft opgebouwd. In feite is de klantvergoeding bedoeld om de agent te compenseren voor zijn inspanningen bij het tot stand brengen en onderhouden van deze zakelijke relaties.

    De agent heeft recht op een klantvergoeding als aan de volgende voorwaarden is voldaan:

    a. De agentuurovereenkomst moet schriftelijk zijn aangegaan. Dit betekent dat er een schriftelijk contract moet zijn waarin de agentuurovereenkomst en de voorwaarden ervan zijn vastgelegd.

    b. De agent moet nieuwe klanten hebben aangebracht of de bestaande klantenkring van de principaal aanzienlijk hebben uitgebreid. Dit betekent dat de agent aantoonbaar heeft bijgedragen aan de groei en het behoud van de klanten van de principaal.

    c. De vergoeding moet redelijk zijn. De hoogte van de klantvergoeding moet in verhouding staan tot de inspanningen en de waarde die de agent aan de principaal heeft geleverd.

    d. De agentuurovereenkomst moet zijn beëindigd, maar de principaal moet nog steeds profiteren van de zakelijke relaties die de agent heeft opgebouwd. Dit betekent dat de agentuurovereenkomst is geëindigd, maar dat de principaal nog steeds zaken doet met de klanten die de agent heeft aangebracht of ontwikkeld.

    3. Hoogte van de Klantvergoeding

    De hoogte van de klantvergoeding wordt niet in Artikel 7: 442 BW gespecificeerd. In plaats daarvan bepaalt de wet dat de vergoeding redelijk moet zijn. Wat als redelijk wordt beschouwd, kan variëren afhankelijk van de specifieke omstandigheden van het geval. Bij het beoordelen van de redelijkheid van de klantvergoeding kan rekening worden gehouden met factoren zoals de duur van de agentuurovereenkomst, de inspanningen van de agent, de waarde van de klantenkring, en de gewoonten in de betreffende branche.

    4. Conclusie

    Artikel 7: 442 BW is een belangrijke wettelijke bepaling die het recht op een klantvergoeding regelt in het kader van agentuurovereenkomsten in Nederland. Het is bedoeld om de belangen van agents te beschermen die bijdragen aan het tot stand brengen en onderhouden van zakelijke relaties voor hun principaal. Agents hebben recht op een klantvergoeding wanneer aan specifieke voorwaarden is voldaan, waaronder het schriftelijk vastleggen van de overeenkomst en het aanzienlijk uitbreiden van de klantenkring van de principaal. De hoogte van de klantvergoeding moet redelijk zijn en wordt bepaald op basis van de specifieke omstandigheden van elk geval. Het is van essentieel belang dat partijen in een agentuurovereenkomst zich bewust zijn van deze bepaling en hun rechten en verplichtingen begrijpen om geschillen te voorkomen en een eerlijke zakelijke relatie te waarborgen.