• Boek 7 Artikel 673 (7:673 BW)

    Transitievergoeding

    1. De werkgever is aan de werknemer een transitievergoeding verschuldigd indien de arbeidsovereenkomst ten minste 24 maanden heeft geduurd en:
      1. de arbeidsovereenkomst:
        1. door de werkgever is opgezegd;
        2. op verzoek van de werkgever is ontbonden; of
        3. na een einde van rechtswege op initiatief van de werkgever niet aansluitend is voortgezet en voor het eindigen van de arbeidsovereenkomst geen opvolgende arbeidsovereenkomst is aangegaan, die tussentijds kan worden opgezegd en ingaat na een tussenpoos van ten hoogste zes maanden; of
      2. de arbeidsovereenkomst als gevolg van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever:
        1. door de werknemer is opgezegd;
        2. op verzoek van de werknemer is ontbonden; of
        3. na een einde van rechtswege op initiatief van de werknemer niet aansluitend is voortgezet.
    2. De transitievergoeding is over de eerste 120 maanden van de arbeidsovereenkomst gelijk aan een zesde van het loon per maand voor elke periode van zes maanden dat de arbeidsovereenkomst heeft geduurd en gelijk aan een kwart van het loon per maand voor elke daaropvolgende periode van zes maanden. De transitievergoeding bedraagt maximaal € 76.000,– of een bedrag gelijk aan ten hoogste het loon over twaalf maanden indien dat loon hoger is dan dat bedrag.
    3. Het bedrag, genoemd in lid 2, wordt telkens met ingang van 1 januari door Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid gewijzigd overeenkomstig de ontwikkeling van de contractlonen zoals deze voor het betrokken jaar, blijkens bekendmaking in de Macro-Economische Verkenningen, in het voorafgaande jaar is geraamd. Het bedrag wordt daarbij afgerond op het naaste veelvoud van € 1.000,–. Het gewijzigde bedrag is uitsluitend van toepassing indien de arbeidsovereenkomst op of na de datum van de wijziging eindigt of niet wordt voortgezet.
    4. Voor de berekening van de duur van de arbeidsovereenkomst, bedoeld in de leden 1 en 2, worden:
      1. maanden waarin de gemiddelde omvang van de door de werknemer verrichte arbeid ten hoogste twaalf uur per week heeft bedragen, tot het bereiken van de achttienjarige leeftijd buiten beschouwing gelaten; en
      2. een of meer voorafgaande arbeidsovereenkomsten tussen dezelfde partijen, die elkaar met tussenpozen van ten hoogste zes maanden hebben opgevolgd, samengeteld. De vorige zin is eveneens van toepassing indien de werknemer achtereenvolgens in dienst is geweest bij verschillende werkgevers die, ongeacht of inzicht bestaat in de hoedanigheid en geschiktheid van de werknemer, ten aanzien van de verrichte arbeid redelijkerwijze geacht moeten worden elkaars opvolger te zijn.
    5. Indien in de in lid 4, onderdeel b, bedoelde situatie bij de beëindiging van een voorafgaande arbeidsovereenkomst een transitievergoeding is betaald of op grond van artikel 673b, lid 1, een gelijkwaardige voorziening is verstrekt, wordt een bedrag ter hoogte van de transitievergoeding die bij die beëindiging op grond van de leden 1 en 2 verschuldigd was of zou zijn geweest in mindering gebracht op de transitievergoeding.
    6. Onder bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te bepalen voorwaarden kunnen op de transitievergoeding in mindering worden gebracht:
      1. kosten van maatregelen in verband met het eindigen of niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst, gericht op het voorkomen van werkloosheid of het bekorten van de periode van werkloosheid van de werknemer; en
      2. kosten verband houdende met het bevorderen van de bredere inzetbaarheid van de werknemer die tijdens de arbeidsovereenkomst zijn gemaakt.
    7. De transitievergoeding is niet verschuldigd indien het eindigen of niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst:
      1. geschiedt voor de dag waarop de werknemer de leeftijd van achttien jaar heeft bereikt en de gemiddelde omvang van de door hem verrichte arbeid ten hoogste twaalf uur per week heeft bedragen;
      2. geschiedt in verband met of na het bereiken van een bij of krachtens wet vastgestelde of tussen partijen overeengekomen leeftijd waarop de arbeidsovereenkomst eindigt, of, indien geen andere leeftijd geldt, de in artikel 7, onderdeel a, van de Algemene Ouderdomswet bedoelde leeftijd; of
      3. het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer.
    8. In afwijking van lid 7, onderdeel c, kan de kantonrechter de transitievergoeding geheel of gedeeltelijk aan de werknemer toekennen indien het niet toekennen ervan naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is.
    9. Indien, na een einde van rechtswege, het niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever, kan de kantonrechter:
      1. naast de transitievergoeding aan de werknemer ten laste van de werkgever een billijke vergoeding toekennen; of
      2. indien de werknemer korter dan 24 maanden in dienst is geweest bij de werkgever, bedoeld in lid 1, of op grond van lid 7, onderdeel a, geen recht op transitievergoeding heeft, aan de werknemer ten laste van de werkgever een billijke vergoeding toekennen.
    10. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur wordt bepaald wat voor de toepassing van lid 2 wordt verstaan onder loon.

    Toelichting door Marlotte Reckers

    Marlotte Reckers

    Advocaat Arbeidsrecht bij Base Advocaten

    Neem contact op

    Wat is een transitievergoeding?

    Een transitievergoeding is de ontslagvergoeding waarop een werknemer recht heeft als zijn arbeidsovereenkomst door of vanwege de werkgever wordt beëindigd. Sinds 1 juli 2015 kan een werknemer die wordt ontslagen, recht hebben op een transitievergoeding. Voorwaarde is dat het initiatief om het dienstverband te beëindigen bij de werkgever moet liggen. De transitievergoeding heeft als doel om de werknemer te compenseren voor zijn ontslag en om de overgang naar ander werk makkelijker te maken. De werknemer mag echter zelf beslissen waar hij zijn transitievergoeding aan uitgeeft.

    Recht op een transitievergoeding

    Een werknemer heeft recht op een transitievergoeding als de arbeidsovereenkomst van de werknemer door of vanwege de werkgever wordt beëindigd. Dat is het geval als de arbeidsovereenkomst door de werkgever is opgezegd, als op verzoek van de werkgever door de rechter is ontbonden of als na een einde van rechtswege (zoals na afloop van tijdelijk contract) niet wordt voortgezet. De regeling geldt voor werknemers met een contract voor onbepaalde tijd (vaak een ‘vast’ contract genoemd), maar ook voor werknemers met een contract voor bepaalde tijd (een ‘tijdelijk’ contract), als deze niet wordt verlengd.

    Zelf ontslag nemen

    Een werknemer heeft ook recht op een transitievergoeding als hij zelf ontslag neemt (of een tijdelijk contract niet verlengt) als sprake is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever. Als het dienstverband op initiatief van de werknemer niet wordt verlengd, zonder dat sprake is van dergelijk handelen of nalaten van de werkgever, dan is geen transitievergoeding verschuldigd.

    Geen recht op een transitievergoeding

    Een werknemer heeft geen recht op een transitievergoeding, als:

    • hij is ontslagen vanwege ernstig verwijtbaar handelen of nalaten;
    • hij ten tijde van ontslag nog geen 18 jaar is, en gemiddeld niet meer dan 12 uren per week werkt;
    • hij is ontslagen nadat hij de AOW-leeftijd of pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt;
    • de werkgever failliet is of in staat van surseance is verklaard;
    • in de cao een gelijkwaardige voorziening voor een transitievergoeding opgenomen;
    • als een nieuw tijdelijk contract is aangegaan vóór het eindigen van het vorige;
    • als de werkgever een gelijkwaardig contract aanbiedt voordat een tijdelijk contract afloopt;
    • als de werkgever aanbiedt een tijdelijk contract te verlengen, voordat dat contract afloopt.

    Hoogte van een transitievergoeding

    De hoogte van de transitievergoeding hangt af van het maandsalaris en het aantal dienstjaren van de werknemer. De transitievergoeding bedraagt 1/3e maandsalaris per volledig jaar dat het dienstverband heeft geduurd. Voor delen van een jaar dat het dienstverband heeft geduurd, wordt de transitievergoeding naar rato berekend. De transitievergoeding is maximaal € 89.000,- (per 1 januari 2023), of een jaarsalaris als dat hoger is. Tussen partijen kunnen wel afspraken zijn gemaakt over de hoogte van een eventuele ontslagvergoeding, in dat geval kan deze hoger uitvallen dan de wettelijke transitievergoeding. De afgesproken ontslagvergoeding treedt in dat geval in de plaats van de transitievergoeding. Ook kan in de toepasselijke cao een met de transitievergoeding vergelijkbare regeling worden afgesproken. Die treedt dan in de plaats van de transitievergoeding.

    Heeft het dienstverband korter dan een jaar geduurd, dan moet het totaal aan salaris dat de werknemer tijdens zijn dienstverband heeft verdiend door twaalf worden gedeeld om het maandsalaris te bepalen. Aan de hand van dit maandsalaris kan dan de hoogte van de transitievergoeding worden berekend. Als de werknemer bijvoorbeeld vijf dagen in een maand heeft gewerkt en daarmee € 800,- (inclusief vakantiegeld) heeft verdiend, dan moet deze € 800,- door twaalf worden gedeeld. De transitievergoeding bedraagt dan (€ 66,66 x 1/3 =) € 22,22. Heeft het dienstverband langer dan een jaar geduurd, dan moet voor het maandsalaris worden uitgegaan van het gemiddelde maandinkomen over de laatste twaalf maanden.

    Kosten die op de transitievergoeding in mindering kunnen worden gebracht

    Soms kunnen bepaalde kosten worden afgetrokken van de transitievergoeding. Het gaat dan om kosten van maatregelen die zijn genomen in verband met het eindigen of niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst of om kosten gericht op het voorkomen (of bekorten) van werkloosheid. Gedacht kan worden aan kosten van scholing of outplacement en het hanteren van een langere (dan wettelijke of overeengekomen) opzegtermijn, zodat de werknemer langer vanuit een baan naar een nieuwe baan kan zoeken. Ook kunnen kosten die verband houden met het bevorderen van de bredere inzetbaarheid van de werknemer die tijdens het dienstverband zijn gemaakt van de transitievergoeding worden afgetrokken. Functie specifieke scholing mag daarentegen nooit op de transitievergoeding in mindering worden gebracht. Dat is namelijk scholing die specifiek nodig is om het werk te kunnen verrichten en staat los van de bredere inzetbaarheid van de werknemer

    Jurisprudentie

    Hoge Raad 17 juli 2020, ECLI:NL:HR:2020:1286.

    Bij het bepalen van de einddatum van het dienstverband (voor het berekenen van de hoogte van de transitievergoeding) telt de opzegtermijn mee, ook als deze ten onrechte niet in acht is genomen.

    Rechtbank Limburg 22 maart 2017, ECLI:NL:RBLIM:2017:2568.

    Geen transitievergoeding is verschuldigd wanneer het dienstverband niet op initiatief van de werkgever niet is voortgezet, maar op initiatief van werkneemster zelf.