• Boek 7 Artikel 206 (7:206 BW)

    Herstelplicht gebreken

    1. De verhuurder is verplicht op verlangen van de huurder gebreken te verhelpen, tenzij dit onmogelijk is of uitgaven vereist die in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs niet van de verhuurder zijn te vergen.
    2. Deze verplichting geldt niet ten aanzien van de kleine herstellingen tot het verrichten waarvan de huurder krachtens artikel 217 verplicht is, en ten aanzien van gebreken voor het ontstaan waarvan de huurder jegens de verhuurder aansprakelijk is.
    3. Is de verhuurder met het verhelpen in verzuim, dan kan de huurder dit verhelpen zelf verrichten en de daarvoor gemaakte kosten, voor zover deze redelijk waren, op de verhuurder verhalen, desgewenst door deze in mindering van de huurprijs te brengen. Hiervan kan niet ten nadele van de huurder worden afgeweken.

    Toelichting

    Dit artikel schept de verplichting voor de verhuurder om gebreken aan het gehuurde te verhelpen, op het moment dat de huurder hierom vraagt. De verhuurder hoeft een gebrek alleen niet te verhelpen, indien dit buitensporige kosten met zich meebrengt of onmogelijk is voor de verhuurder.

    Als de gebreken aan de huurder zelf toe te rekenen zijn, dan hoeft de verhuurder deze ook niet te verhelpen.

    Daarnaast is de verhuurder niet zonder meer schadeplichtig. Het feit dat er sprake is van een gebrek, betekent niet dat de verhuurder ook meteen aansprakelijk is voor eventuele schade.

    In lid 2 van dit artikel wordt nog duidelijk dat er bepaalde gebreken voor de rekening van de huurder komen. Dit betekent dat de verhuurder niet verantwoordelijk is voor het herstel hiervan.

    Jurisprudentie

    Geen jurisprudentie beschikbaar.