• Boek 1 Artikel 305 (1:305 BW)

    Uithuisplaatsing

    1. De gecertificeerde instelling, bedoeld inartikel 1.1 van de Jeugdwet, die hem toevertrouwde minderjarigen uit huis plaatst, houdt de raad voor de kinderbescherming schriftelijk op de hoogte van de plaatsen waar zij zich bevinden.
    2. De plaatsen, waar een stichting als bedoeld inartikel 1, onder f, van de Wet op de jeugdzorg, minderjarigen heeft geplaatst, worden door de raad voor de kinderbescherming bezocht, zo vaak hij dit ter beoordeling van de toestand der minderjarigen dienstig acht.
    3. De artikelen 265b, vijfde lid,265c, eerste en derde lid,265j, tweede lid, eerste zin, en265d, vierde lid, eerste zin, en265k, eerste lid, zijn van overeenkomstige toepassing.