Wat is overdracht?

overdrachtDe wet kent verschillende manieren van eigendomsverkrijging. We kennen originaire verkrijging en derivatieve verkrijging. Bij originaire verkrijging ontstaat er een nieuw recht. Je hebt niks te maken met een eventuele voorganger. Er ontstaat gewoon een nieuw recht. Een voorbeeld hiervan is natrekking. Bij derivatieve verkrijging gaat het niet om een nieuw recht, maar om een recht dat iemand ontleent aan een rechtsvoorganger door overgang. Hier heb je dus wel te maken met je voorganger. Een voorbeeld hiervan is overdracht in de zin van artikel 3:84 BW.

Vereisten voor een geldige overdracht

Uit artikel 3:84 lid 1 BW zijn drie vereisten af te leiden: geldige titel, levering en beschikkingsbevoegdheid.

  1. Geldige titel: als we het hebben over de geldige titel, dan doelen we op de rechtsgrond van de overdracht. Dus, op grond van welke rechtsverhouding vindt deze overdracht plaats? Dit is meestal een overeenkomst, zoals een koopovereenkomst of een schenkingsovereenkomst.
  2. Beschikkingsbevoegdheid: degene die het goed overdraagt, moet bevoegd zijn over dit goed te beschikken. Hij moet dus beschikkingsbevoegd zijn. Het idee hierachter is dat iemand niet meer rechten kan overdragen dan dat hij heeft. Als iemand beslag legt op de zaak, dan betekent dat niet dat de eigenaar beschikkingsonbevoegd wordt. Als hij de zaak dan toch vervreemd of bezwaard, kan dit alleen niet tegen de beslaglegger worden ingeroepen.
  3. Levering: levering is niks meer dan de handeling die wordt verricht om het goed over te dragen. De Hoge Raad heeft echter wel gesteld dat levering een rechtshandeling is (Hoge Raad 29 juni 2001, ECLI:NL:HR:2001:AB2435, Meijs/Bank of Tokyo).

Causale stelsel van de geldige titel

Doordat er sprake moet zijn van een geldige titel is er gekozen voor een causaal stelsel. Wat houdt dit precies in? Als er geen sprake is van een geldige titel, dan is er dus ook geen sprake van overdracht. Er kan geen sprake zijn van een geldige titel omdat deze bijvoorbeeld nietig is, of omdat de titel gewoon helemaal ontbreekt. Het causale stelsel betekent ook dat als de geldige titel wegvalt, deze met terugwerkende kracht ervoor zorgt dat de overdracht ook ongeldig was. De geldige titel kan wegvallen doordat de koopovereenkomst wordt vernietigd. Het causale stelsel zorgt in beginsel niet voor problemen tussen de verkrijgende en de overdragende partij. Het kan wel voor problemen zorgen als een derde erbij komt. Stel dat X een fiets koopt van Y. De geldige titel is hier een koopovereenkomst. X verkoopt deze fiets weer door aan Z. Uiteindelijk vernietigt Y de koopovereenkomst met X. Er is sprake van terugwerkende kracht, dus tussen X en Y heeft geen geldige overdracht plaatsgevonden. Dit betekent dus dat X beschikkingsonbevoegd was om deze fiets aan Z te verkopen. Dus dat er geen sprake was van een geldige overdracht. Hoe wordt Z, een derde, dan beschermd in dit geval? Hiervoor heeft de wetgever artikel 3:86 BW en artikel 3:88 BW in het leven geroepen. Uit lid 2 van artikel 3:84 BW volgt dat de titel voldoende bepaalbaar moet zijn omschreven. Hier is aan voldaan op het moment dat de akte met betrekking tot de levering bepaalde gegevens bevat waaruit achteraf blijkt om welk goed het gaat.

Manieren van levering

Het hangt van de soort zaak af welke vereisten er gelden voor de levering.

  • Registergoederen: uit artikel 3:89 BW volgt dat dit soort zaken moeten worden geleverd door middel van een notariële akte en de inschrijving ervan in het openbare register. Dit zijn dus de vereiste handelingen die moeten worden verricht wil er sprake zijn van een geldige overdracht. Registergoederen hoeven overigens niet altijd onroerende zaken te zijn. Ook een schip is een registergoed.
  • Roerende zaken die geen registergoed zijn: uit artikel 3:90 BW en artikel 3:91 BW volgt dat dit soort zaken kunnen worden geleverd door middel van feitelijke machtsverschaffing. Je kan dus letterlijk het goed fysiek geven aan de ander en dan is er sprake van een levering die leidt tot een geldige overdracht.
  • Vorderingen op naam: uit artikel 3:94 BW volgt dat vorderingen op naam worden geleverd kunnen worden op twee manieren. Je kan vorderingen op naam leveren door middel van een onderhandse akte met mededeling aan de debiteur, maar dit kan ook door een authentieke akte zonder mededeling aan de debiteur. Dit wordt ook wel de openbare of stille cessie genoemd. Een onderhandse akte is een akte die niet door de notaris is opgemaakt, of die in ieder geval geen ‘stempel’ van de notaris heeft gekregen. Dit kan dus gewoon een schriftelijke overeenkomst tussen twee partijen zijn.

Fiduciaverbod

In artikel 3:84 lid 3 BW zit een verbod, het fiduciaverbod. Dit betekent dat je goederen niet in eigendom kan overdragen als je alleen het doel hebt gehad dit als zekerheidstelling te gebruiken. Dus, als je een goed alleen in eigendom overdraagt omdat je hiermee zekerheid voor een geldlening wil stellen, dan is er geen sprake van een geldige overdracht. Als X een geldlening heeft afgesloten bij Y en hij draagt zijn auto over in eigendom met het idee dat dit een zekerheid vormt voor het terugbetalen van die geldlening, dan mag dat niet. Nederland kent immers een gesloten stelsel van zekerheidsrechten. Het fiduciaverbod moet echter niet worden verward met een pandrecht. Bij een pandrecht kan namelijk de zaak wel door middel van feitelijke bezitsverschaffing in bezit komen van de pandhouder, maar het eigendomsrecht op de zaak gaat niet over op de pandhouder. Zodra het pandrecht eindigt, moet de zaak gewoon weer teruggegeven worden aan de pandgever. Pas zodra er sprake is van eigendomsoverdracht ter zake van een zekerheidsstelling, is er sprake van het fiduciaverbod.