Wat is consumentenkoop?
Op grond van artikel 7:5 BW is er sprake van consumentenkoop indien een koper een roerende zaak koopt van een verkoper, die handelt in de uitoefening van een bedrijf of beroep. De koper handelt niet in de uitoefening van een bedrijf of beroep. Het gaat hier dus specifiek om roerende zaken, bij (ver)koop van onroerende zaken is er per definitie geen sprake van consumentenkoop.
Wanneer is er sprake van een consument?
Om van consumentenkoop te kunnen spreken moet er sprake zijn van een consument. Dus van een koper die niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf. Deze omschrijving ontleent zijn betekenis aan hetgeen is bepaald in artikel 6:236 BW en artikel 6:237 BW. De koper moet ook een natuurlijk persoon zijn en kan dus niet een onderneming zijn. Soms is het lastig om vast te stellen of iemand handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf. Als dit ter discussie staat geldt als hoofdregel dat degene die stelt dat er sprake is van consumentenkoop, die ook moet bewijzen dat er geen sprake was van handelen in de uitoefening van een beroep of bedrijf. Met andere woorden, die moet bewijzen dat er sprake was van een consument.
Wanneer is er sprake van een verkoper?
In tegenstelling tot de consument moet de verkoper juist wel handelen in de uitoefening van een beroep of een bedrijf. Met andere woorden, de verkoper moet bedrijfsmatig roerende zaken verkopen aan consumenten. Ook dit kan voor problemen zorgen. Soms ontstaat er namelijk discussie over de vraag of iemand wel of niet als verkoper handelde. In dit geval is er gekozen voor een meer objectieve benadering dan bij het vraagstuk van consument. Als de verkoper het vertrouwen heeft gewekt bij de consument dat hij handelt in de uitoefening van een bedrijf of beroep, dan is er dus sprake van consumentenkoop.