Derde afdeling – Van de rechtspleging in cassatie

Griffierecht

De Hoge Raad houdt de zaak aan zolang de eiser het griffierecht niet heeft voldaan en de termijn genoemd in artikel 3, derde lid, van de Wet griffierechten burgerlijke zaken nog loopt. Indien de eiser het griffierecht niet tijdig heeft voldaan, verklaart de Hoge Raad eiser niet ontvankelijk in zijn beroep in cassatie, met veroordeling… lees meer »

Advocaat bij de Hoge Raad

De advocaat bij de Hoge Raad, die voor de verweerder optreedt, verklaart dit bij de oproeping der zaak ter terechtzitting. Van deze verklaring geschiedt aantekening in het zittingblad. De verweerder wordt geacht woonplaats te hebben gekozen bij zijn advocaat. Hij kan echter ook een andere woonplaats in Nederland in het zittingblad opgeven.

Enkelvoudige kamer

Alle zaken worden ingeschreven ter rolle van de enkelvoudige kamer en door haar behandeld. De enkelvoudige kamer verwijst de zaak naar de meervoudige kamer: wanneer pleidooi wordt gevraagd, tenzij volstaan zal worden met het overleggen van schriftelijke toelichtingen wanneer recht op de stukken wordt verzocht steeds wanneer zij verwijzing wenselijk acht. Is volstaan met het… lees meer »

Vroegere rechtsdag

De verweerder kan de termijn, waarop hij gedagvaard is, verkorten door bij een aan de gekozen woonplaats des eisers betekend exploit deze tegen een vroegere dan in het exploit van dagvaarding opgegeven rechtsdag op te roepen.

Aanvang geding

Het beroep in cassatie wordt ingesteld bij een dagvaarding in dezelfde vorm en met dezelfde vereisten als in eerste aanleg, behoudens de volgende leden: De dagvaarding behelst, in plaats van hetgeen in artikel 111, tweede lid, onder d, is vermeld, de omschrijving van de middelen, waarop het beroep steunt. Artikel 111, tweede lid, onder i,… lees meer »