Wat is een volmacht?

VolmachtOp grond van artikel 3:60 BW kan iemand een ander machtigen om zijn naam rechtshandelingen te verrichten. Dit kan door middel van een volmacht. De volmachtgever verstrekt aan de gevolmachtigde de bevoegdheid om hem of haar te vertegenwoordigen. Dit betekent dat de gevolmachtigde een rechtshandeling verricht, maar niet zichzelf bindt. Hij bindt de volmachtgever.

Verlening volmacht

Als je een volmacht verleent, dan verricht je daarmee een rechtshandeling. Door een volmacht te verlenen, heb je gewild dat er een rechtsgevolg zou intreden. Of er een volmacht is verleend en wat de inhoud van die verleende volmacht is moet worden bepaald aan de hand van artikel 3:33 BW en artikel 3:35 BW. De maatstaven uit deze artikelen zijn voor beantwoording van die vragen van belang. Het gaat er daarbij om wat beide partijen over en weer aan elkaar hebben verklaard en van elkaar hebben mogen begrijpen. Het gaat hier dan met name om de gedragingen of verklaring op grond waarvan de volmacht is verleend (Hoge Raad 12 oktober 2012, ECLI:NL:HR:2012:BW9243Varde/Harbers). Een volmacht kan ook worden verleend onder bepaalde voorwaarde of een tijdsbepaling.

Eenzijdige rechtshandeling

Het verlenen van een volmacht is geen meerzijdige rechtshandeling. Degene aan wie een volmacht wordt verleend hoeft niet te aanvaarden dat hij deze volmacht verleend krijgt. Het is daarom een eenzijdige rechtshandeling. Als de gevolmachtigde de volmacht niet aanvaard, is de verlening nog steeds geldig. Als de volmachtgever handelingsonbekwaam bleek te zijn, dan is de verlening van de volmacht vernietigbaar.

Schijn van volmachtverlening

Op grond van artikel 3:61 lid 2 BW kan ook de schijn van volmachtverlening bestaan. In dit artikel is een vorm van derdenbescherming verwerkt. Dit betekent dat onder bepaalde omstandigheden de volmachtgever alsnog gebonden is aan een rechtshandeling, ook al was de gevolmachtigde niet bevoegd deze rechtshandeling te verrichten. Iemand in wiens naam een rechtshandeling wordt verricht heeft dus maar beperkt de mogelijkheid om zich te beroepen op het feit dat de gevolmachtigde niet bevoegd was.

Er moet vertrouwen bij de derde zijn opgewekt dat er sprake was van een geldige vertegenwoordigingsbevoegdheid bij de gevolmachtigde. Dit betekent dat de volmachtgever een bepaalde handeling moet hebben verricht, of juist moet hebben nagelaten, waardoor dit vertrouwen en de schijn is opgewekt. Zonder een gedraging van de volmachtgever, kan de volmachtgever ook niet gebonden worden aan de rechtshandeling.

Niet-doen

Als we spreken over een gedraging, kan dit ook gaan om een niet-doen. Dus als de volmachtgever iets heeft nagelaten. De wederpartij moet namelijk beschermd worden als zijn vertrouwen gebaseerd is op dingen die voor risico komen van de volmachtgever. Stel dat een oud-werknemer nog steeds de mogelijkheid heeft om gebruik te maken van met logo’s bedrukte werkkleding, vervoer, het kantoor, briefpapier en het telefoonnummer van een bedrijf. De werkgever had ervoor moeten zorgen dat de oud-werknemer na zijn ontslag hier geen gebruik meer van kon maken. Als hij dit heeft nagelaten, dan zijn dat factoren die voor risico komen van de volmachtgever, dus voor de werkgever.