Afdeling 7 – Testamentair bewind
Voorwaarden opzeggen
De in de vorige artikelen bedoelde opzegging kan slechts geschieden door de rechthebbende, en dat wel schriftelijk en met inachtneming van een termijn van een maand. De opzegging moet worden gericht tot de bewindvoerder en tot de belanghebbenden zo die er zijn.
Einde bewind in gemeenschappelijk belang
Voor zover het bewind is ingesteld in het gemeenschappelijk belang van de rechthebbende en een of meer anderen, eindigt het wanneer dat belang vervalt. Het bewind kan eveneens worden beëindigd door opzegging, wanneer vijf jaren na het overlijden van de erflater zijn verstreken.
Einde bewind ingesteld in belang ander
Voor zover het bewind is ingesteld in het belang van een ander dan de rechthebbende, eindigt het, wanneer dat belang vervalt, alsmede wanneer de rechthebbende en degene in wiens belang de instelling geschiedde, een gemeenschappelijk besluit tot opheffing schriftelijk ter kennis van de bewindvoerder brengen. Het besluit tot opheffing kan ook slechts een of meer… lees meer »
Overlijden, opheffen, opzeggen
Het bewind eindigt door het overlijden van de rechthebbende indien het uitsluitend in diens belang was ingesteld. Is deze een rechtspersoon, dan eindigt het door diens ontbinding, en voorts door diens opzegging wanneer dertig jaren na het overlijden van de erflater zijn verlopen. De rechtbank kan een zodanig bewind ook opheffen op verzoek van de… lees meer »
Einde bewind: tijdsverloop en verwerping
Het bewind eindigt door het verstrijken van de termijn waarvoor het werd ingesteld. Het bewind eindigt door verwerping van de nalatenschap of het legaat waarbij de goederen zijn vermaakt, indien het door het bewind gediende belang daarmede vervalt. De beëindiging door verwerping heeft geen terugwerkende kracht.
Uitwinnen voor andere schulden
Indien het bewind uitsluitend is ingesteld in het belang van een ander dan de rechthebbende, dan wel in een gemeenschappelijk belang, kunnen de onder bewind gestelde goederen ten laste van de rechthebbende ook voor andere schulden worden uitgewonnen, doch dan slechts onder de last van het bewind.
Uitwinnen goederen
Tijdens het bewind kunnen de onder het bewind staande goederen ten laste van de rechthebbende slechts worden uitgewonnen voor: de schulden van de nalatenschap, voor zover die schulden ten laste van die goederen kunnen worden gebracht; de schulden die de goederen betreffen; de schulden voortvloeiend uit rechtshandelingen die door de rechthebbende binnen de grenzen van… lees meer »
Aansprakelijkheid rechthebbende
De rechthebbende is, onverminderd het bepaalde in artikel 172 van Boek 6, aansprakelijk voor alle schulden die voortspruiten uit rechtshandelingen die de bewindvoerder in zijn hoedanigheid in naam van de rechthebbende verricht. Voor zover de rechthebbende onder het bewind staande goederen aanwijst die voldoende verhaal bieden, kunnen zijn overige goederen niet worden uitgewonnen voor de… lees meer »
Vertegenwoordigen in gedingen
De bewindvoerder vertegenwoordigt de rechthebbende in gedingen ter zake van onder het bewind staande goederen. Hij kan zich, alvorens in rechte op te treden, te zijner verantwoording doen machtigen door de rechthebbende en degenen in wier belang het bewind uitsluitend of mede is ingesteld. Wordt de machtiging niet verleend, dan kan de kantonrechter haar door… lees meer »
Vertegenwoordigen rechthebbende
De bewindvoerder die, anders dan in de vorm van medewerking of toestemming, zijn taak uitoefent, is bevoegd daarbij de rechthebbende te vertegenwoordigen of in eigen naam te zijnen behoeve op te treden. De bepalingen van titel 3 van Boek 3 zijn in geval van vertegenwoordiging van overeenkomstige toepassing op de rechten en verplichtingen van een… lees meer »