Afdeling 2 – Overeenkomst van goederenvervoer door de lucht

De artikelen 1365, eerste, tweede en vierde lid, 1366 en 1367 zijn niet van toepassing op het vervoer, dat in bijzondere omstandigheden buiten elke normale uitoefening van het luchtvaartbedrijf plaats heeft.

De luchtvrachtbrief of het ontvangstbewijs strekt, behoudens tegenbewijs, tot bewijs van het sluiten van de overeenkomst, van de ontvangst van de zaken en van de vervoervoorwaarden die erin worden vermeld. Opgaven in de luchtvrachtbrief of het ontvangstbewijs betreffende het gewicht, de afmetingen en de verpakking van de zaken, als ook die betreffende het aantal colli,… lees meer »

De afzender is verplicht de vervoerder omtrent de zaken alsmede omtrent de behandeling daarvan tijdig al die opgaven te doen, waartoe hij in staat is of behoort te zijn en waarvan hij weet of behoort te weten dat zij voor de vervoerder van belang zijn, tenzij hij mag aannemen dat de vervoerder die gegevens kent…. lees meer »

De afzender staat in voor de juistheid van de bijzonderheden en verklaringen betreffende de zaken die door of namens hem in de luchtvrachtbrief zijn opgenomen of die door of namens hem aan de vervoerder zijn verstrekt voor opneming in het ontvangstbewijs of in de gegevens vastgelegd door de andere middelen bedoeld in artikel 1365, tweede… lees meer »

Niet-inachtneming van de artikelen 1365 tot en met 1367 doet niet af aan het bestaan of de geldigheid van de vervoerovereenkomst, die desondanks onderworpen zal zijn aan de bepalingen van deze titel met inbegrip van die betreffende de beperking van de aansprakelijkheid.

Wanneer er verscheidene colli zijn: heeft de vervoerder het recht van de afzender te verlangen dat hij aparte luchtvrachtbrieven opmaakt; heeft de afzender het recht van de vervoerder te verlangen dat hij aparte ontvangstbewijzen uitreikt, wanneer gebruik wordt gemaakt van de in artikel 1365, tweede lid, bedoelde middelen.

De luchtvrachtbrief wordt door de afzender opgemaakt in drie oorspronkelijke exemplaren. Het eerste exemplaar bevat de vermelding «voor de vervoerder»; het wordt getekend door de afzender. Het tweede exemplaar bevat de vermelding «voor de afzender»; het wordt getekend door de afzender en de vervoerder. Het derde exemplaar wordt getekend door de vervoerder en door hem,… lees meer »

Bij het vervoer van zaken moet een luchtvrachtbrief worden uitgereikt, die in elk geval een aanduiding van het gewicht van de zending dient te bevatten. De uitreiking van een luchtvrachtbrief kan worden vervangen door het gebruik van ieder ander middel waardoor de gegevens betreffende het te verrichten vervoer worden vastgelegd. Indien van zodanig ander middel… lees meer »

De afzender is verplicht de vervoerder de buitengewone schade te vergoeden, die materiaal dat hij deze ter beschikking stelde of zaken die deze ten vervoer ontving, dan wel de behandeling daarvan, de vervoerder berokkenden, behalve voor zover deze schade is veroorzaakt door een omstandigheid die voor rekening van de vervoerder komt; voor rekening van de… lees meer »

Wanneer vóór of bij de aanbieding van de zaken aan de vervoerder omstandigheden aan de zijde van een van de partijen zich opdoen of naar voren komen, die haar wederpartij bij het sluiten van de overeenkomst niet behoefde te kennen, maar die, indien zij haar wel bekend waren geweest, redelijkerwijs voor haar grond hadden opgeleverd… lees meer »