{"id":560,"date":"2016-07-02T00:06:48","date_gmt":"2016-07-02T00:06:48","guid":{"rendered":""},"modified":"2016-10-24T17:37:11","modified_gmt":"2016-10-24T15:37:11","slug":"burgerlijk-wetboek-boek-1-artikel-408-betaling-aan-ouder-of-voogd","status":"publish","type":"post","link":"https:\/\/wetboekplus.nl\/burgerlijk-wetboek-boek-1-artikel-408-betaling-aan-ouder-of-voogd\/","title":{"rendered":"Artikel 408"},"content":{"rendered":"
    \n
  1. Een uitkering tot voorziening in de kosten van verzorging en opvoeding of tot
    \nvoorziening in de kosten van levensonderhoud en studie, waarvan het bedrag in
    \neen rechterlijke beslissing, daaronder begrepen de beslissing op grond van
    \nartikel 822, eerste lid,
    \nonder c, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, is
    \nvastgelegd, wordt ten behoeve van de minderjarige aan de ouder die het kind
    \nverzorgt en opvoedt of aan de voogd onderscheidenlijk aan de meerderjarige
    \nbetaald.<\/li>\n
  2. Op verzoek van een gerechtigde als bedoeld in het eerste lid, van een
    \nonderhoudsplichtige dan wel op gezamenlijk verzoek van een gerechtigde en
    \nonderhoudsplichtige neemt het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen de
    \ninvordering van de onderhoudsgelden op zich. De executoriale titel wordt daartoe
    \ndoor de onderhoudsgerechtigde in handen gesteld van dit Bureau. De overhandiging
    \ndaarvan machtigt het Bureau tot het doen van de invordering, zo nodig door
    \nmiddel van executie.<\/li>\n
  3. Kosten van invordering door het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen
    \nworden verhaald op de onderhoudsplichtige, onverminderd de kosten van
    \ngerechtelijke vervolging en executie. Het verhaal van kosten vindt plaats door
    \nwijziging van het bedrag, bedoeld in het eerste lid, volgens bij algemene
    \nmaatregel van bestuur te stellen regels.<\/li>\n
  4. Tot invordering op verzoek van een onderhoudsgerechtigde wordt slechts
    \novergegaan, indien de gerechtigde ter gelegenheid van de indiening van het
    \nverzoek aannemelijk heeft gemaakt dat binnen ten hoogste zes maanden
    \nvoorafgaande aan de indiening van het verzoek de onderhoudsplichtige ten aanzien
    \nvan ten minste \u00e9\u00e9n periodieke betaling tekort is geschoten in zijn
    \nverplichtingen. In deze gevallen geschiedt de invordering van bedragen die
    \nverschuldigd zijn vanaf een tijdstip van ten hoogste zes maanden voorafgaande
    \naan de indiening van het verzoek.<\/li>\n
  5. Alvorens tot invordering met verhaal van kosten over te gaan wordt de
    \nonderhoudsplichtige bij brief met bericht van ontvangst in kennis gesteld van
    \nhet voornemen daartoe en de reden daarvoor, alsmede van het bedrag inclusief de
    \nkosten van invordering. Het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen wordt
    \nbevoegd tot invordering over te gaan op de veertiende dag na de verzending van
    \nde brief.<\/li>\n
  6. De invordering die op verzoek van de onderhoudsgerechtigde geschiedt, eindigt
    \nslechts, indien gedurende ten minste een half jaar regelmatig is betaald aan het
    \nLandelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen en er geen bedragen meer
    \nverschuldigd zijn als bedoeld in het vierde lid, tweede volzin. De termijn van
    \neen half jaar wordt telkens verdubbeld, indien een voorgaande termijn van
    \ninvordering ook op verzoek van de onderhoudsgerechtigde was aangevangen.<\/li>\n
  7. Een invordering die geldt op het tijdstip van het meerderjarig worden van het
    \nkind, wordt ten behoeve van de meerderjarige voortgezet, tenzij deze op zijn
    \nverzoek wordt be\u00ebindigd.<\/li>\n
  8. De tenuitvoerlegging van een executoriale titel betreffende de betaling van de
    \nkosten van verzorging en opvoeding of levensonderhoud en studie geschiedt met
    \ninachtneming van de wijziging, bedoeld in het derde lid.<\/li>\n
  9. Invorderingen die tien jaren nadat de minderjarige de leeftijd van een en
    \ntwintig jaren heeft bereikt, nog niet door het Landelijk Bureau Inning
    \nOnderhoudsbijdragen zijn verwezenlijkt, mogen worden be\u00ebindigd. De
    \nonderhoudsgerechtigde wordt hiervan schriftelijk op de hoogte gesteld.<\/li>\n
  10. Een betaling door de onderhoudsplichtige strekt in de eerste plaats in mindering
    \nvan de kosten, bedoeld in het derde lid, vervolgens in mindering van eventueel
    \nverschenen rente en ten slotte in mindering van de verschuldigde
    \nonderhoudsgelden en de eventueel lopende rente.<\/li>\n
  11. Het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen draagt zorg, dat de gelden die
    \nten behoeve van het onderhoud van minderjarigen worden uitgekeerd, aan de daarop
    \nrechthebbenden worden uitbetaald.<\/li>\n
  12. Artikel
    \n243, tweede tot en met vierde lid, is van overeenkomstige
    \ntoepassing.<\/li>\n
  13. Met uitzondering van de leden 1, 7 en 11, is dit artikel van overeenkomstige
    \ntoepassing op de ten behoeve van een echtgenoot of geregistreerd partner bij
    \nrechterlijke uitspraak vastgestelde uitkering tot levensonderhoud, daaronder
    \nbegrepen de beschikking inzake een voorlopige voorziening betreffende een
    \nuitkering tot levensonderhoud, met dien verstande dat invorderingen die tien
    \njaar na de indiening van het verzoek om invordering nog niet zijn verwezenlijkt
    \ndoor het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen, mogen worden be\u00ebindigd.<\/li>\n<\/ol>\n","protected":false},"excerpt":{"rendered":"

    Een uitkering tot voorziening in de kosten van verzorging en opvoeding of tot voorziening in de kosten van levensonderhoud en studie, waarvan het bedrag in een rechterlijke beslissing, daaronder begrepen de beslissing op grond van artikel 822, eerste lid, onder c, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, is vastgelegd, wordt ten behoeve van de minderjarige… lees meer »<\/a><\/p>\n","protected":false},"author":8,"featured_media":0,"comment_status":"open","ping_status":"open","sticky":false,"template":"","format":"standard","meta":{"_monsterinsights_skip_tracking":false,"_monsterinsights_sitenote_active":false,"_monsterinsights_sitenote_note":"","_monsterinsights_sitenote_category":0,"footnotes":""},"categories":[70,69],"tags":[],"_links":{"self":[{"href":"https:\/\/wetboekplus.nl\/wp-json\/wp\/v2\/posts\/560"}],"collection":[{"href":"https:\/\/wetboekplus.nl\/wp-json\/wp\/v2\/posts"}],"about":[{"href":"https:\/\/wetboekplus.nl\/wp-json\/wp\/v2\/types\/post"}],"author":[{"embeddable":true,"href":"https:\/\/wetboekplus.nl\/wp-json\/wp\/v2\/users\/8"}],"replies":[{"embeddable":true,"href":"https:\/\/wetboekplus.nl\/wp-json\/wp\/v2\/comments?post=560"}],"version-history":[{"count":3,"href":"https:\/\/wetboekplus.nl\/wp-json\/wp\/v2\/posts\/560\/revisions"}],"predecessor-version":[{"id":8496,"href":"https:\/\/wetboekplus.nl\/wp-json\/wp\/v2\/posts\/560\/revisions\/8496"}],"wp:attachment":[{"href":"https:\/\/wetboekplus.nl\/wp-json\/wp\/v2\/media?parent=560"}],"wp:term":[{"taxonomy":"category","embeddable":true,"href":"https:\/\/wetboekplus.nl\/wp-json\/wp\/v2\/categories?post=560"},{"taxonomy":"post_tag","embeddable":true,"href":"https:\/\/wetboekplus.nl\/wp-json\/wp\/v2\/tags?post=560"}],"curies":[{"name":"wp","href":"https:\/\/api.w.org\/{rel}","templated":true}]}}