• Artikel 212b Faillissementswet (212b FW)

    Overboekingsopdracht of opdracht tot verrekening

    1. Het tijdstip waarop de faillietverklaring is uitgesproken is, in afwijking van de artikelen 23 en 35, tevens het tijdstip van waaraf de faillietverklaring van een deelnemer werkt ten aanzien van een door die deelnemer gegeven overboekingsopdracht, opdracht tot verrekening of enige uit een dergelijke opdracht voortvloeiende betaling, levering, verrekening of andere rechtshandeling die benodigd is om de opdracht volledig in het systeem of op grond van een andere overeenkomst uit te voeren of rechten en verplichtingen die voor een deelnemer zijn ontstaan ingevolge of in verband met zijn deelname aan het systeem of het zijn van partij bij een andere overeenkomst waarop het recht van een staat die geen lidstaat van de Europese Unie of partij bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte is van toepassing is, indien op de overeenkomst toezicht wordt uitgeoefend door een toezichthouder die voldoet aan bij algemene maatregel van bestuur te bepalen voorwaarden. De rechtbank vermeldt dit tijdstip tot op de minuut nauwkeurig op het vonnis.
    2. In afwijking van artikel 63a, geldt de afkoelingsperiode niet voor een bevoegdheid tot verhaal op tot de boedel behorende goederen of tot opeising van goederen die zich in de macht van de gefailleerde of de curator bevinden, noch voor de goederen waarop een dergelijke bevoegdheid betrekking heeft, indien die bevoegdheid is toegekend aan een centrale bank of, in verband met deelname aan het systeem of het zijn van partij bij een andere overeenkomst als bedoeld in het eerste lid, aan een andere deelnemer aan het systeem of partij bij een andere overeenkomst als bedoeld in het eerste lid.
    3. De artikelen 23, 24, 35, 53, eerste lid, en 54, tweede lid, van deze wet, alsmede artikel 72, aanhef en onder a, van boek 3 van het Burgerlijk Wetboek, kunnen niet aan derden worden tegengeworpen ten aanzien van een door een deelnemer na het tijdstip van faillietverklaring van die deelnemer gegeven overboekingsopdracht, opdracht tot verrekening of enige uit een dergelijke opdracht voortvloeiende betaling, levering, verrekening of andere rechtshandeling die benodigd is om de opdracht volledig uit te voeren, indien de opdracht in het systeem of op grond van een andere overeenkomst als bedoeld in het eerste lid wordt uitgevoerd binnen een werkdag als omschreven in de regels van het systeem of in de andere overeenkomst als bedoeld in het eerste lid, gedurende welke de faillietverklaring heeft plaatsgevonden en de systeemexploitant kan aantonen dat deze op het tijdstip waarop deze opdrachten onherroepelijk worden de faillietverklaring niet kende of behoorde te kennen.
    4. Het eerste en het derde lid zijn van overeenkomstige toepassing op de toekenning en op de uitoefening van een bevoegdheid als bedoeld in het tweede lid alsmede in geval van een faillietverklaring van een systeemexploitant van een interoperabel systeem die geen deelnemer is.
    5. Bij interoperabele systemen stelt elk door de minister van Financiën aangewezen systeem in zijn eigen regels het tijdstip van invoering en het tijdstip van onherroepelijkheid in dat systeem zodanig vast dat er zoveel mogelijk voor wordt gezorgd dat de regels van alle betrokken interoperabele systemen in dit opzicht gecoördineerd worden. Tenzij zulks in de regels van de systemen die van de operabele systemen deel uitmaken uitdrukkelijk is bepaald, laten de regels van de andere systemen waarmee een systeem interoperabel is, de in dat systeem gehanteerde regels over het tijdstip van invoering en onherroepelijkheid onverlet.