Afdeling 7 – Opschortingsrechten
Toelichting Jurisprudentie
Retentierecht
Indien een bevoegdheid tot opschorting voldoet aan de omschrijving van het retentierecht in artikel 290 van Boek 3, zijn de bepalingen van de onderhavige afdeling van toepassing, voor zover daarvan in afdeling 4 van titel 10 van Boek 3 niet is afgeweken.
Toelichting Jurisprudentie
Verjaring
Een bevoegdheid tot opschorting blijft ook na verjaring van de rechtsvordering op de wederpartij in stand.
Toelichting Jurisprudentie
Zekerheidsstelling
Zodra zekerheid is gesteld voor de voldoening van de verbintenis van de wederpartij, vervalt de bevoegdheid tot opschorting, tenzij deze voldoening daardoor onredelijk zou worden vertraagd.
Toelichting Jurisprudentie
Geen opschortingsrecht
Geen bevoegdheid tot opschorting bestaat: voor zover de nakoming van de verbintenis van de wederpartij wordt verhinderd door schuldeisersverzuim; voor zover de nakoming van de verbintenis van de wederpartij blijvend onmogelijk is; voor zover op de vordering van de wederpartij geen beslag is toegelaten.
Toelichting Jurisprudentie
Schuldeiser wederpartij
Een opschortingsrecht kan ook worden ingeroepen tegen de schuldeisers van de wederpartij.
Toelichting Jurisprudentie
Opschorting
Een schuldenaar die een opeisbare vordering heeft op zijn schuldeiser, is bevoegd de nakoming van zijn verbintenis op te schorten tot voldoening van zijn vordering plaatsvindt, indien tussen vordering en verbintenis voldoende samenhang bestaat om deze opschorting te rechtvaardigen. Een zodanige samenhang kan onder meer worden aangenomen ingeval de verbintenissen over en weer voortvloeien uit… lees meer »