B Tweede afdeling – Van de verlening van surseance van betaling aan een beleggingsonderneming en een financiële instelling die een verklaring van ondertoezichtstelling heeft of een andere instelling

Wet op het financieel toezicht van overeenkomstige toepassing

Afdeling 3.5.6 van de Wet op het financieel toezicht is van overeenkomstige toepassing op een surseance van betaling die wordt verleend aan een beleggingsonderneming als bedoeld in artikel 1:1 van die wet of een financiële instelling die een verklaring van ondertoezichtstelling als bedoeld in artikel 3:110 van die wet heeft.

Schakelbepaling beleggingsinstelling

De artikelen 212a, onderdelen b tot en met f, en 212b tot en met 212f zijn van overeenkomstige toepassing op de verlening van surseance van betaling aan: een beleggingsonderneming als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht; een financiële instelling als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel… lees meer »