• Artikel 624 Rechtsvordering (624 Rv)

    Kennisneming van verzoeken tot goedkeuring

    1. Bevoegd tot kennisneming van verzoeken tot goedkeuring als bedoeld in artikel 1303, vierde lid, van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek en tot machtiging tot doorhaling als bedoeld in de artikelen 195, 786 of 1304 van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek zijn de rechtbank van de woonplaats, bedoeld in de artikelen 194, zesde lid, 784, zevende lid, of 1303, zesde lid, van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek, alsmede de rechtbank binnen welker rechtsgebied het kantoor waar het schip te boek staat in de openbare registers, bedoeld in afdeling 2 van titel 1 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek, is gelegen.
    2. Machtiging wordt slechts verleend na verhoor of behoorlijke oproeping van degenen van wier recht of beslag uit een inschrijving blijkt of te wier gunste voorlopige aantekeningen bestaan. Deze machtiging wordt door de griffier der rechtbank op het verzoekschrift aangetekend.
    3. Bij de verzoeken, bedoeld in het eerste lid, is de tussenkomst van een advocaat niet vereist.