• Boek 6 Artikel 262 (6:262 BW)

    Nakoming opschorten

    1. Komt een der partijen haar verbintenis niet na, dan is de wederpartij bevoegd de nakoming van haar daartegenover staande verplichtingen op te schorten.
    2. In geval van gedeeltelijke of niet behoorlijke nakoming is opschorting slechts toegelaten, voor zover de tekortkoming haar rechtvaardigt.

    Toelichting

    Bij een wederkerige overeenkomst zijn beide partijen gehouden één of meerdere verbintenissen na te komen. Als één van de partijen hun verbintenissen niet nakomt, kan de ander ervoor kiezen nakoming van haar verbintenis uit te stellen. Dit wordt ook wel opschorten genoemd. Indien nakoming van de wederpartij uitblijft, schort de ander nakoming van haar eigen verbintenis op.

    Opschorting zorgt er niet voor dat je helemaal niet meer hoeft na te komen. Je stelt de nakoming alleen uit, totdat de ander ook zijn verbintenissen na is gekomen. Om te kunnen opschorten moeten er aan bepaalde vereisten zijn voldaan.

    1. Er moet sprake zijn van een wederkerige overeenkomst. Voor beide partijen moet een verplichting tot nakoming van een verbintenis bestaan.
    2. De wederpartij komt een opeisbare verbintenis niet na. Zolang de verbintenis niet opeisbaar is, hoeft de wederpartij ook nog niet na te komen. Pas zodra de verbintenis opeisbaar is en nakoming blijft uit, kan de ander gebruik maken van haar opschortingsbevoegdheid.
    3. Beide verbintenissen moeten in verband met elkaar staan. De verbintenis waarvan nakoming uitblijft moet in nauw verband staan met de verbintenis waarvan nakoming wordt opgeschort. Bijvoorbeeld bij het kopen van een fiets. Iemand schort zijn verbintenis de fiets te leveren op, omdat de wederpartij zijn verbintenis tot betaling nog niet is nagekomen.

    Jurisprudentie

    Geen jurisprudentie beschikbaar.