• Boek 6 Artikel 168 (6:168 BW)

    Maatschappelijke belangen

    1. De rechter kan een vordering, strekkende tot verbod van een onrechtmatige gedraging, afwijzen op de grond dat deze gedraging op grond van zwaarwegende maatschappelijke belangen behoort te worden geduld. De benadeelde behoudt zijn recht op vergoeding van de schade overeenkomstig de onderhavige titel.
    2. In het geval van artikel 170 is de ondergeschikte voor deze schade niet aansprakelijk.
    3. Wordt aan een veroordeling tot schadevergoeding of tot het stellen van zekerheid daarvoor niet voldaan, dan kan de rechter alsnog een verbod van de gedraging opleggen.

    Toelichting

    Dit artikel heeft betrekking op de situatie dat er sprake is van onrechtmatige gedragingen, maar dat er tegelijkertijd zwaarwegende maatschappelijke belangen spelen. In dat geval kan de rechter een verbodsvordering afwijzen, terwijl er wél sprake is van een onrechtmatige gedraging.

    Uit artikel 6:168 BW vloeit voort dat een benadeelde tot op zekere hoogte schade, uit onrechtmatig handelen tegen hem, moet accepteren als sprake is van zwaarwegende maatschappelijk belangen. Hierbij valt te denken aan positief overheidsoptreden, zoals het aanleggen spoorwegen, met bijbehorende geluidsoverlast. Maar ook in de particuliere sfeer kunnen gevallen voorkomen, bijvoorbeeld bij heiwerkzaamheden voor de bouw van een nieuwe woning. De rechter kan in dergelijke gevallen weigeren de schadeveroorzakende handeling te verbieden, waarbij de rechter expliciet de belangen tegen elkaar moet afwegen. De benadeelde houdt dan wel recht op vergoeding van de door hem geleden schade.

    Het tweede lid regelt een dat ook een ondergeschikte niet aansprakelijk is voor de onrechtmatige daad, zolang hij handelt in de uitvoering van zijn taak. Als dit handelen door de rechter weliswaar als onrechtmatig handelen is erkend, maar op grond van zwaarwegende maatschappelijke belangen niet is verboden. Als rechter het handelen niet verbiedt maar wel tot een schadevergoeding (en/of zekerheidsstelling) besluit en deze niet worden voldaan kan de rechter alsnog tot een verbod besluiten, zo volgt uit lid 3.

    Jurisprudentie

    Hoge Raad, 21 maart 2003, ECLI:NL:HR:2003:AE8462
    Er is een afweging van de betrokken belangen noodzakelijk. Het belang van de Staat wordt daarbij niet automatisch gevrijwaard van rechterlijk ingrijpen.

    Rechtbank ‘s-Hertogenbosch, 26 maart 2009, ECLI:NL:RBSHE:2009:BH7428
    Ernstige overlast door heien, toch geen verbod wegens aanwezigheid van zwaarwegende maatschappelijke belangen en maatregelen om overlast zoveel mogelijk te beperken.