• Boek 5 Artikel 55 (5:55 BW)

    Dreigende instorting

    Indien door een dreigende instorting van een gebouw of werk een naburig erf in gevaar wordt gebracht, kan de eigenaar van dat erf te allen tijde vorderen dat maatregelen worden genomen teneinde het gevaar op te heffen.

    Toelichting

    Het artikel bepaalt niet welke maatregelen dienen te worden genomen. Dat is afhankelijk van de omstandigheden.

    Jurisprudentie

    Rechtbank Rotterdam 2 december 2015, ECLI:NL:RBROT:2015:9451
    Eiseres heeft gesteld dat de toestand van de muur een gevaarzettende situatie voor haarzelf en voetgangers veroorzaakt, doordat er stenen van de muur afvallen. Deze stelling wordt ondersteund door de besluiten van de gemeente, waarin tweemaal een last onder bestuursdwang is opgelegd vanwege dit gevaar van de muur. Het gevaar blijkt eveneens uit het ingebrachte rapport en de brandweerrapportage. Naar het oordeel van de rechtbank is dan ook voldoende komen vast te staan dat (een deel van) de muur dreigt in te storten, waardoor het perceel van eiseres als naburig erf in gevaar wordt gebracht.

    Dit gevaar heeft zich ook al verwezenlijkt, nu losliggende stenen van de muur op het perceel van eiseres (en op de openbare weg) zijn gevallen. Op grond van genoemd artikel heeft eiseres derhalve recht om maatregelen te vorderen. Hierbij heeft de wetgever in beginsel geen ruimte gegeven om rekening te houden met de (financiële) belangen van de eigenaar van dat gevaarzettende gebouw of werk, in dit geval gedaagde. Dit is slechts anders als toepassing van artikel 5:55 BW in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn. Dit is echter niet gesteld of gebleken.