• Boek 5 Artikel 44 (5:44 BW)

    Overhangende beplanting

    1. Indien een nabuur wiens beplantingen over eens anders erf heenhangen, ondanks aanmaning van de eigenaar van dit erf, nalaat het overhangende te verwijderen, kan laatstgenoemde eigenaar eigenmachtig het overhangende wegsnijden en zich toeëigenen.
    2. Degene op wiens erf wortels van een ander erf doorschieten, mag deze voor zover ze doorgeschoten zijn weghakken en zich toeëigenen.

    Toelichting

    Wanneer van toepassing?

    Dit artikel geldt ongeacht of de beplantingen binnen twee meter van de erfgrens staan of niet. Eveneens is niet noodzakelijk dat de eigenaar van het erf daadwerkelijk hinder ondervindt van de overhangende beplantingen. Bij het wegsnijden mag de eigenaar geen onevenredig grote schade toebrengen aan de beplantingen, hetgeen misbruik van recht zou betekenen.

    Verjaring?

    De bevoegdheid van artikel 5:44 BW tot eigenmachtig snoeien na aanmaning is niet aan verjaring onderhevig. Een vordering in rechte tot het laten snoeien van overhangende takken door de buurman is evenmin vatbaar voor verjaring.

    Jurisprudentie

    Gerechtshof Den Bosch 31 mei 2016, ECLI:NL:GHSHE:2016:2126
    Krachtens artikel 5:44 lid 2 BW mag de eigenaar van een erf waarop wortels van een ander erf doorschieten, deze wortels weghakken en zich toe-eigenen. De eigenaar is niet verplicht om allereerst een aanmaning te doen. Uit niets blijkt dat deze bevoegdheid tot het weghakken van wortels niet meer bestaat indien de vordering tot verwijdering van de bomen omdat deze binnen twee meter van de erfafscheiding staan, is verjaard. Dit betekent dat het verwijderen van de wortels in beginsel niet onrechtmatig is en er een bevoegdheid bestaat om de wortels weg te hakken