• Boek 5 Artikel 14 (5:14 BW)

    Bestanddeel

    1. De eigendom van een roerende zaak die een bestanddeel wordt van een andere roerende zaak die als hoofdzaak is aan te merken, gaat over aan de eigenaar van deze hoofdzaak.
    2. Indien geen der zaken als hoofdzaak is aan te merken en zij toebehoren aan verschillende eigenaars, worden deze mede-eigenaars van de nieuwe zaak, ieder voor een aandeel evenredig aan de waarde van de zaak.
    3. Als hoofdzaak is aan te merken de zaak waarvan de waarde die van de andere zaak aanmerkelijk overtreft of die volgens verkeersopvatting als zodanig wordt beschouwd.

    Toelichting

    In artikel 5:14 BW gaat het om de natrekking van roerende zaken. Een roerende zaak die als bestanddeel wordt aangemerkt, wordt eigendom van de eigenaar van de roerende zaak die als hoofdzaak kwalificeert door middel van natrekking. Hiervoor is dus vereist dat de roerende zaak die nagetrokken wordt een bestanddeel is en geen hoofdzaak vormt. Een zaak kwalificeert als bestanddeel indien het volgens verkeersopvatting onderdeel uitmaakt van de hoofdzaak of zodanig met de hoofdzaak verbonden is dat het zonder schade niet kan worden losgemaakt van de hoofdzaak.

    Wanneer een zaak kwalificeert als hoofdzaak zal afhangen van de vraag welke zaak de ander aanmerkelijk in waarde overtreft. De Hoge Raad heeft echter besloten dat hier voorzichtig mee moet worden omgegaan, aangezien de rechtsgevolgen hiervan groot zijn. De eigenaar van het bestanddeel verliest namelijk zijn eigendomsrecht. Dat het verschil in waarde tussen beide zaken dus aanmerkelijk is, mag volgens de Hoge Raad niet snel worden aangenomen. Mocht het zo zijn dat geen van beide zaken als hoofdzaak kan worden aangewezen, dan ontstaat er mede-eigendom als gevolg van natrekking.

    De eigenaar van een bestanddeel staat niet helemaal met lege handen. Indien hij zijn eigendomsrecht als gevolg van natrekking kwijtraakt, kan aanspraak maken op een schadevergoeding. Indien hij zijn eigendomsrecht ziet opgaan in een aandeel in een nieuwe zaak, kan hij hier ook een beroep op doen. Dit kan hij doen op grond van de onrechtmatige daad of ongerechtvaardigde verrijking.

    Jurisprudentie

    Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 8 juni 2021, ECLI:NL:GHARL:2021:5674
    Zijn de matrijzen door natrekking bestanddeel van de spuitgietmachines geworden?