• Boek 5 Artikel 13 (5:13 BW)

    Schatvinding

    1. Een schat komt voor gelijke delen toe aan degene die hem ontdekt, en aan de eigenaar van de onroerende of roerende zaak, waarin de schat wordt aangetroffen.
    2. Een schat is een zaak van waarde, die zolang verborgen is geweest dat daardoor de eigenaar niet meer kan worden opgespoord.
    3. De ontdekker is verplicht van zijn vondst aangifte te doen overeenkomstig artikel 5 lid 1 onder a. Indien geen aangifte is gedaan of onzeker is aan wie de zaak toekomt, kan de gemeente overeenkomstig artikel 5 lid 1 onder c vorderen dat deze aan haar in bewaring wordt gegeven, totdat vaststaat wie rechthebbende is.

    Toelichting

    Degene die de schat ontdekt en de eigenaar van de zaak waarin de schat wordt aangetroffen worden gezamenlijk eigenaars. De regels omtrent gemeenschap zijn van toepassing. Artikel 5:13 BW stelt niet het vereiste dat de schat bij toeval wordt gevonden. Indien iemand in dienst is bij een werkgever met het doel om schatten te vinden, dan verkrijgt de werkgever het recht van de ontdekker.

    Jurisprudentie

    Rechtbank Utrecht, 5 februari 2003, ECLI:NL:RBUTR:2003:AF4007
    Bij het overslaan van de bagger vanuit de baggerschuit naar boten is door een werknemer van een van de baggerbedrijven een Romeinse helm gevonden.