Verbod op zwijgbedingen in de gezondheidszorg

12 december 2022

Op 1 januari 2023 treedt een verbod op zwijgbedingen in de gezondheidszorg in werking. Door middel van wijzigingen in de Jeugdwet, Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo) en Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) wordt dit verbod wettelijk verankerd en worden zwijgbedingen automatisch nietig. Wat is een zwijgbeding precies? Wat valt onder het verbod en welke gevolgen heeft strijdig handelen met het verbod? In deze blog wordt dit toegelicht. Advocaat Alexandra van den Eijnden van Ten Holter Noordam Advocaten schreef er een interessant blog over! 

Wetswijziging na persaandacht voor onaanvaardbare zwijgbedingen

In de zorg hebben zich gevallen voorgedaan waarbij in vaststellingsovereenkomsten zwijgbedingen zijn opgenomen.

Een zaak die veel aandacht in de pers heeft gekregen is de casus van het Tergooi Ziekenhuis, waar in 2014 een jonge hockeyer uit het Gooi onverwacht kwam te overlijden. Het ziekenhuis kwam in opspraak nadat aan het licht was gekomen dat zij een zwijgcontract had gesloten met de nabestaanden van een patiënt, die als gevolg van nalatig handelen van het ziekenhuis was overleden. Alhoewel een onderzoekscommissie uiteindelijk oordeelde dat het niet per definitie een zwijgcontract betrof – het zwijgbeding was niet eenzijdig opgelegd door het ziekenhuis – achtte de onderzoekscommissie het desalniettemin onaanvaardbaar. Het ziekenhuis had zich bewust moeten zijn van de onwenselijkheid.

Een ander voorbeeld betreft de zaak waarbij Cordaan verstandelijk gehandicapten een zwijgcontract liet ondertekenen over geestelijke en fysieke mishandeling en financiële malversaties. Deze en andere gevallen hebben tot de nodige persaandacht en politieke aandacht geleid en hebben uiteindelijk geresulteerd in de wetswijziging.

Alhoewel de wet op dit moment wel in mogelijkheden voorziet tegen zwijgbedingen op te treden, acht de regering het vastleggen van dit specifieke verbod in de wet van belang vanwege de maatschappelijke onwenselijkheid en ontoelaatbaarheid van dit soort bedingen. Een zwijgbeding brengt namelijk mogelijk de kwaliteit van de zorg in gevaar en voorkomt dat er van fouten kan worden geleerd. Ook druist een zwijgbeding in tegen belangrijke waarden in de zorg zoals goed bestuur en openheid en transparantie over kwaliteit.

Wat is een zwijgbeding?

Een zwijgbeding betreft een afspraak tussen een zorgaanbieder en een cliënt (of vertegenwoordiger of nabestaande van de cliënt) die één van de partijen het recht beperkt of ontneemt om informatie over een incident openbaar te maken of aan een derde te verstrekken. Dit openbaar maken ziet niet alleen op bijvoorbeeld het delen met familie, vrienden, de media of op social media, maar kan ook gaan over afspraken om te zwijgen tegenover de inspectie of om geen tuchtklacht in te dienen. Het is vaak vormgegeven als een (geheimhoudings)beding dat is opgenomen in een meeromvattende vaststellingsovereenkomst over een incident.

Ook zal in de wet worden vastgelegd wat onder “incident” verstaat wordt, namelijk een niet-beoogde of onverwachte gebeurtenis, die betrekking heeft op de kwaliteit van de geleverde (jeugd)zorg, dienst of -ondersteuning, en die heeft geleid, had kunnen leiden of zou kunnen leiden tot schade bij de jeugdige, de ouder of de cliënt.

Zwijgbeding automatisch nietig vanaf 1 januari 2023

Met ingang van 1 januari 2023 zijn zwijgbedingen over openbaarmaking van incidenten verboden.

De wet voorziet op dit moment ook al in mogelijkheden om tegen een zwijgbeding op te treden, maar het beding is niet zonder meer nietig. Er is vooralsnog alleen sprake van nietigheid als het beding op grond van artikel 3:40 lid 1 BW strijdig is met de goede zeden of openbare orde. Als hierover discussie bestaat zal het beding mogelijk door een rechter moeten worden getoetst op eventuele strijd met de goede zeden of openbare orde. Er zal dan gekeken worden naar de inhoud van het beding en de omstandigheden van het geval. Met de wetwijziging hoeft dit niet meer, omdat de nietigheid dan gebaseerd is op het tweede lid van artikel 3:40 BW, namelijk strijd met een dwingende wetsbepaling. Een zwijgbeding is dan automatisch nietig en geen van de partijen kan een beroep doen op het zwijgbeding. Aan het beding komt dus geen werking toe.

Ook de IGJ is van oordeel dat zwijgbedingen ongewenst zijn en haaks staan op een open en transparante werkcultuur. Zij heeft mogelijkheden om handhavend hiertegen op te treden en kan overgaan tot het opleggen van bestuursrechtelijke maatregelen.

Zijn alle afspraken over geheimhouding straks verboden?

Nee, de wetswijziging betekent niet dat er helemaal geen afspraken over geheimhouding meer kunnen worden gemaakt. Afspraken daarover die zien op andere zaken dan openbaarmaken van informatie over het incident zijn nog steeds mogelijk. Daarbij kan gedacht worden aan geheimhouding over een bijvoorbeeld van een financiële vergoeding die tussen partijen is afgesproken.

Als er sprake is van een nietig zwijgbeding heeft dit geen gevolgen voor de rest van de overeenkomst. Deze blijft in principe gewoon in stand.

Dit artikel is geschreven door advocaat Alexandra van den Eijnden en verscheen eerder op de website van Ten Holter Noordam Advocaten.

Geschreven door