Hoe werkt de ketenregeling?

25 april 2022

De ketenregeling geeft handvatten voor het kunnen geven van antwoord op de vraag wanneer een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd is overgegaan naar onbepaalde tijd. Dit omdat de mogelijkheid van flexibele arbeid op basis van de Richtlijn 1999/70/EG moet worden beperkt. De Richtlijn schrijft voor dat minimaal één van de volgende manieren daarvoor gebruikt moet worden: (i) beperking van het aantal tijdelijke contracten dat opeenvolgend kan worden gebruikt, (ii) beperking van de duur van het gebruik van tijdelijke contracten of (iii) het beperken van de tijdelijke contracten door ze alleen toe te staan in specifieke gevallen die dat rechtvaardigt. Nederland heeft alle drie gebruikt – zie hierna.

Op basis van artikel 7:668a BW is de hoofdregel dat als (a) meer dan drie of (b) langer dan drie jaar tijdelijke contracten tussen dezelfde partijen (of opvolgend werkgevers – zie hierna) zijn gesloten zonder onderbreking van ten minste zes maanden, het tijdelijke contract converteert naar een contract voor onbepaalde tijd. Dit is de zogenaamde 3x3x6 regel. Bij cao kan hiervan worden afgeweken, zij het dat de afwijkingsmogelijkheid is beperkt tot:

  • een verlenging van het aantal tijdelijke contracten naar zes;
  • een verlenging van de periode naar vier jaar; beide onder de voorwaarde dat
  • de intrinsieke aard van de bedrijfsvoering dit vereist.

Zoals gezegd, geldt de ketenregeling ook tussen opvolgend werkgevers (artikel 7:668a lid 2 BW). Als sprake is van opvolgend werkgever, stopt de keten dus niet met de overstap naar een andere werkgever. Er is sprake van opvolgend werkgever als sprake is van dezelfde of soortgelijke werkzaamheden voor opvolgende werkgevers die juridisch niet dezelfde werkgever zijn. Een goed voorbeeld hiervan is de uitzendwerknemer die eerst op basis van een uitzendovereenkomst werkzaam is via het uitzendbureau bij een inlener en die vervolgens op basis van een arbeidsovereenkomst met die inlener (dan dus de nieuwe werkgever) nagenoeg dezelfde werkzaamheden verricht. Let er op dat het zijn van opvolgend werkgever breed wordt uitgelegd nu het “dusdanige banden” criterium door de Hoge Raad is losgelaten in het Van Tuinen/Taxicentrale L. Wolter arrest. Er kan tegenwoordig dus sneller aangenomen worden dat sprake is van opvolgend werkgeverschap. Uitzondering hierop vormt de situatie dat een werknemer vrijwillig besluit om de arbeidsovereenkomst met een werknemer op te zeggen en een arbeidsovereenkomst met een andere werkgever aan te gaan (zonder dat sprake is van overgang van werkzaamheden).

Daarnaast volgt uit artikel 7:668a BW nog een aantal andere uitzonderingen op het van toepassing (kunnen) zijn van de ketenregeling, te weten:

  • voor de bestuurder van een vennootschap kan bij schriftelijke overeenkomst van deze regeling worden afgeweken (lid 7);
  • de minister kan de regeling geheel buiten toepassing verklaren (lid 8);
  • de regeling is niet van toepassing op contracten die overwegend zijn gesloten ter educatie van werknemers (lid 9 en 10);
  • deze regeling geldt niet voor werknemers jonger dan 18 jaar (11);
  • de regeling is herzien voor seizoenswerk en voor tijdelijke invalkrachten in het onderwijs (zie lid 13 en 14).

Wil je meer weten over de ketenregeling? Neem dan contact op met BASE Advocaten (010 – 275 99 11).

Geschreven door

Marlotte Reckers

Advocaat Arbeidsrecht

Base Advocaten